Brandscheidingen van het gebouw

Muren en plafonds die elementen van brandscheiding zijn, moet gemaakt zijn van onbrandbare materialen, en hun openingen zijn omsloten met brandatria of gesloten met branddeuren, of een andere brandsluiting. De totale oppervlakte van deze openingen bij hun aanwezigheid in de wand van de brandscheiding (bijv. deur-, ramen, installatie duikers) zou niet moeten overtreffen 15% oppervlak van die muur, en in het geval van voorkomen in het plafond, brandscheiding (bijv. installatie duikers) – 0.5% vloeroppervlak.
De brandwerende vestibule moet afmetingen hebben van de horizontale projectie van niet minder dan 1,4×1.4 M, muren en plafond, en stroomkabelmantels of -behuizingen – behalve die gebruikt in de vestibule – met een brandwerendheidsklasse van minimaal El 60, gemaakt van onbrandbare materialen en geventileerd zijn en deuren hebben die zijn uitgerust met apparaten die ze automatisch sluiten in geval van brand. Een deel van de gang kan de rol van brandbestrijdingsvestibule spelen, met naast de deur die leidt naar de trap, ook deuren naar de kamers, mogelijk ook naar de rest van de gang.
Brandweerstandsklasse: (Hij) installatieduikers in de brandscheidingselementen dienen gelijk te zijn aan de brandwerendheidsklasse van deze elementen, het is echter toegestaan ​​om dit type duiker niet te plaatsen voor enkelvoudige leidingen van watersystemen, riolering en verwarmingssystemen, door muren en plafonds geleid naar hygiënische en sanitaire ruimtes. Voor duikers met een diameter groter dan 4 cm, zich in muren en plafonds bevinden die geen elementen van brandscheiding zijn, waarvoor een brandwerendheidsklasse van minimaal El vereist is 60 of REI 60, de brandwerendheidsklasse van de duikers dient gelijk te zijn aan de brandwerendheidsklasse (Hij) deze muren en plafonds, waar ze zich bevinden.

Laat een antwoord achter