Kunststoffen reageren anders op oplosmiddelen. Wat kan de invloed zijn van oplosmiddelen op deze materialen?? Door met een oplosmiddel op het plastic in te werken, je kunt ze:
1) oplossen;
2) losmaken;
3) ontvouwen;
4) verzadigen met oplosmiddel, die door hen zal worden geabsorbeerd en voor een lange tijd zal worden bewaard (oplosmiddel retentie); de coating kan blaren als gevolg van het later vrijkomen van het oplosmiddel.

Kunststoffen zijn beter bestand tegen weersomstandigheden dan andere substraten. Ondanks dit, kunststoffen veranderen ook met veroudering. Welke factoren veroorzaken veroudering??
Ze veroorzaken veroudering van kunststoffen:
1) fysieke effecten (ook schade);
2) de invloed van chemische factoren;
3) UV;
4) oxidatie (zuurstofbinding aan het oppervlak);
5) diffusie van weekmakers;
6) statische belastingen.

Hoe de penetratie van de weekmaker kan plaatsvinden?
1. De weekmaker kan vanaf het oppervlak in diepere delen van de kunststof doordringen. Omdat er sterke spanningen op het oppervlak zijn, en de diepere zone is flexibeler, krassen verschijnen op het oppervlak.
2. De weekmaker kan het oppervlak van de kunststof binnendringen. Door de concentratie van de weekmaker op het oppervlak wordt het zacht en plakkerig. Dit leidt tot vervuiling.
3. De weekmaker kan vanuit de kunststof doordringen in een ander materiaal. Hierdoor wordt het materiaal broos. Het materiaal dat de weekmaker opneemt, wordt snel plakkerig en vuil.

Wat zijn de noodzakelijke tests voor plastic substraten?
Vermeld a.u.b. de relevante methoden
Onderzoek van plastic substraten: